De afgelopen weken werden er tijdens de monitoring van de vispassages bij de ECI waterkrachtcentrale in Roermond een aantal juveniele zeeprikken en rivierprikken gevangen. Het was al bekend dat deze priksoorten paaien in de Roer. Tot nu toe was het echter onbekend in welk jaargetijde de juveniele zeeprikken van de Roer naar de zee trekken.
In Nederland is de zeeprik vrij zeldzaam. Hij wordt waargenomen in de grote rivieren tijdens de paaitrek naar paaigebieden in Duitsland en België. Incidenteel worden verdwaalde dieren in zijwateren van de grote rivieren aangetroffen. In Nederland is er slechts één voortplantingsplaats bekend: de Roer. Hier worden sinds 2005 zowel volwassen zeeprikken als larven aangetroffen.
Zeepriklarven leven vaak in vrij diepe gedeelten van een rivier met weinig stroming. De tijd die er verstrijkt totdat de larve volwassen wordt, varieert van minder dan drie tot meer dan vijf jaar. De verandering van larve tot volwassen zeeprik noemt men metamorfose. Tijdens de metamorfose wordt de larvenmond omgevormd tot raspschijf. Het darmkanaal ontwikkelt zich sterk en ook de ogen komen tot ontwikkeling. De geslachtsorganen ontwikkelen zich, evenals het spierweefsel. Deze aanpassingen maken de parasitaire levenswijze van de volwassen zeeprik mogelijk. Zodra de metamorfose voltooid is, trekt de zeeprik naar zee.
Op de foto’s staat een juveniele zeeprik afgebeeld die gevangen werd bij de vispassages bij de ECI waterkrachtcentrale in Roermond. Dat het om een zeeprik gaat, is te zien aan het grote aantal tanden in de bek van het dier. De foto’s zijn gemaakt door Luuk Belgers.
